
Duimen draaien…
Tja. Ik wist – verstandelijk – dat dit moment zou gaan komen. Maar ergens hoopte ik toch dat het anders zou lopen. Dit moment van wachten. Van duimen draaien.
Wachten op toestemming van de gemeente om labland te starten…
Argumenten genoeg om dit snel in werking te zetten, zou je zeggen:
- We zitten midden in een transitie waar we ontzettend veel moeten doen en zullen moeten uitproberen met elkaar.
- Ik heb slechts een tijdelijke vergunning gevraagd en aangegeven dat we het land na 10 jaar terugbrengen in de oorspronkelijke staat.
- Ik heb bij de ontwikkeling boeren sterk betrokken, net zoals ik van plan ben dat met het onderwijs en lokale ondernemers te doen.
- De gemeente kan haar vragen en twijfels in labland juist laten onderzoeken in de komende 10 jaar. Over hoe bijvoorbeeld energie lokaal en geïntegreerd in het landschap opgewekt zou kunnen worden.
- Labland past perfect in huidige politieke klimaat: want door op een klein deel van je land een groot deel van je inkomsten rondkrijgen door maatschappelijk relevante dingen te verbouwen kun je nog steeds vee blijven houden op het veen.
- En, het is een oprecht maar klein probeersel in een hoekje van een polder. Het is geen fundamentele wijziging van ons beleid of zelfs onze manier van leven.
Hoeveel argumenten heb je nog nodig?
En toch stokt het nu.
Ik snap echt de complexiteit van de zaak wel, inclusief de mogelijke precedent-werking.
En ik geloof ook oprecht dat de ambtenaren met wie ik besproken heb dit willen en dit ook nodig achten. Ik waardeer hun inzet ten zeerste!
Maar alles in mijn lichaam schreeuwt: ‘Kom op, kom, kom, kom op! Kom op, kom op, kom op, kom op nou! Kom, kom, kom, kom opppppp!’
Ik draai nu duimen.
Terwijl ik eigenlijk bezig zou gaan om een hackathon te organiseren met studenten van Yuverta.
Ik zou bezig moeten zijn met lokale ondernemers om te kijken of ik tweede- of derde-hands spullen van hen zou kunnen krijgen.
Ik zou bezig gaan met een aantal experts om de ideeën uit te rekenen.
Ik zou bezig moeten gaan met het voorbereiden van verdere subsidie aanvragen.
Maar zo lang er geen vooruitzicht is op een ‘ja’ van de gemeente en provincie, hou ik me in.
En blijf slechts praten met anderen over de mogelijkheden van labland.
Het voelt alsof ik weer terug bij af ben: ik ben aan het lullen, lullen over wat er zou kunnen.
Wees niet bang: ik verveel me niet. En gebruik mijn tijd nuttig.
De tijd die ik niet besteed aan labland steek ik in het Veenweiden Innovatiecentrum in Zegveld. En daar is veel te doen. Bij het centrum zelf, maar vooral voor innovatie in het veenweidengebied.
Dat is natuurlijk een geweldige leerschool voor labland: ik loop stage bij boeren, ik bestudeer eindeloos veel rapporten, ik leer de spelers op dit gebied kennen, en mijn hoofd barst uit elkaar van innovatie-ideeën.
Super leerzaam en leuk. En toch ligt m’n hart ook bij labland.
‘Kom op, kom kom kom op! Kom op, kom op, kom op, kom op nou! Kom, kom, kom, kom opppppp!’
Heb jij nog tips voor me?
Hoe ik hier beweging in kan krijgen?
Of hoe ik dit gewoon moet accepteren?
2 reacties op “Duimen draaien…”
Laat een reactie achter

Hoop dat men gewoon eens mee werkt en dit soort initiatieven toejuicht. En precedent werking… Wat is daar erg aan als er nog meer groene innovatie zou komen?
He Tim, ik herken en snap je frustratie en je enorme drive om door te pakken. Ik heb geen tip voor je. Had ik die maar dan zouden zoveel meer toffe initiatieven, plannen en experimenten zoveel soepeler het proces doorlopen. In Nederland hebben we in de loop van de jaren een enorm complex systeem opgetuigd om dingen (los van elkaar) te toetsen, te behouden en te voorkomen. In dat systeem hebben zaken als ruimte voor vernieuwing en innovatie geen rol gekregen en daar lopen we nu op tal van thema’s vol tegen de muur. Onze niet-in-mijn-achtertuin mentaliteit, ons silo denken en ons collectieve gebrek aan lef en visie en vertrouwen maken, in mijn ogen, de weg naar verandering die nu zo keihard nodig is, traag, slopend en onnodig inefficiënt.
Ik hoop dat je genoeg creativiteit hebt om te werken aan wat nu wel kan en dat je tegelijkertijd kenbaar blijft maken wat je wil en dat anderen dat verhaal van jou ook blijven delen. Naast crowdfunding moeten we misschien wat vaker aan crowdsharing/telling doen. Vergelijkbare verhalen combineren en delen. Meer collectief duwen in plaats van elke pionier zn eigen proces laten doorlopen. Zo vaak elkaars verhalen delen tot niemand er meer omheen kan. Ik ben daar graag onderdeel van.